🎧 New: AI-Generated Podcasts Turn your study notes into engaging audio conversations. Learn more

Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...
Loading...

Transcript

## De basis van anatomie en fysiologie - De meeste cellen kunnen echter niet 'zien' of 'voelen'. Ze zijn er simpelweg niet voor uitgerust - De communicatie van cel tot cel gebeurt dan ook niet door middel van geluid, druk of licht maar met behulp van chemische stoffen. Dit kan op korte, maar ook o...

## De basis van anatomie en fysiologie - De meeste cellen kunnen echter niet 'zien' of 'voelen'. Ze zijn er simpelweg niet voor uitgerust - De communicatie van cel tot cel gebeurt dan ook niet door middel van geluid, druk of licht maar met behulp van chemische stoffen. Dit kan op korte, maar ook op grotere afstand. - Een voorbeeld van communicatie op zeer korte afstand is de overdracht tussen zenuwcellen. Zenuwcellen hebben een uitloper die eindigt op een heel kleine afstand van bijvoorbeeld een spiercel. Wanneer de cel een signaal naar de spiercel door wil geven, scheidt deze een chemische stof (neurotransmitter) af. Op de spiercel zijn receptoren in het celmembraan aanwezig die deze neurotransmitter, wanneer hij daaraan koppelt, herkent. Deze receptor geeft dan weer door aan de spiercel welke actie er ondernomen moet worden. - Communicatie op een grotere afstand vindt plaats doordat cellen stoffen uitscheiden die zich door middel van de bloedbaan verspreiden, bijvoorbeeld hormonen zoals insuline. ### Celreceptoren - Receptoren zijn eiwitten die chemische signalen waarnemen. Ze 'kijken naar wat de andere cellen in het lichaam voor opdracht aan de cel geven. - Net als transporteiwitten zitten ze in de celwand. Er zijn op iedere cel ontelbare receptoren, die allemaal specifiek zijn. - Dat wil zeggen dat er voor iedere signaalstof een apart soort receptor is. Een receptor voor insuline kan alleen insuline waarnemen en bijvoorbeeld niet het schildklierhormoon. ### Signaalstoffen - Signaalstoffen kunnen zowel lichaamseigen (endogene) als lichaamsvreemde (exogene) chemische verbindingen zijn. - Zodra een signaalstof bij de cel aankomt, bindt hij zich chemisch aan dat deel van zijn receptoreiwit dat aan de buitenkant van de celwand uitsteekt. - Daardoor verandert het receptoreiwit van vorm. Ook dat deel van het receptoreiwit dat in het cytoplasma steekt, verandert van vorm. Deze vormverandering kan leiden tot het openen van (ion)kanalen, maar ook tot het activeren van een aantal eiwitten, dat op hun beurt weer andere (en nog meer) eiwitten activeert, die ook weer nieuwe (en nog weer veel meer) eiwitten activeren. - Zo'n keten van activeringen noemt men een cascade (waterval). - Het nut van een cascade is dat een aanraking van één signaalmolecuul met één receptoreiwit kan leiden tot de activering van tienduizend doeleiwitten. - Het signaal wordt dus ongelofelijk versterkt. - De gang van zaken lijkt dus heel simpel. Een signaalstof activeert een receptoreiwit, dat op zijn beurt weer de cel activeert.

Tags

cell communication anatomy physiology biological processes
Use Quizgecko on...
Browser
Browser