Taalontwikkeling van Kinderen (2-3 jaar)

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is een kenmerk van de spraakontwikkeling van een kind van 2 jaar?

  • Het kind begrijpt geen woorden.
  • Het kind maakt lange, complexe zinnen.
  • Het kind gebruikt geen actieve woorden.
  • Het kind heeft een gebrekkige uitspraak. (correct)

Welke fase begint het kind te doorlopen tussen de 2,5 en 3,5 jaar?

  • De interactieve fase.
  • De spontane fase.
  • De emotionele fase.
  • De differentiatiefase. (correct)

Wat is een typisch element van babytalk?

  • Gebruik van persoonlijke voornaamwoorden.
  • Vereenvoudigde taal met herhalingen. (correct)
  • Complexe zinsstructuren.
  • Snelle spraak zonder intonatie.

Wat stimuleert de taalontwikkeling van een kind volgens de informatie over babytalk?

<p>Het luisteren naar babytalk en gewone taal. (B)</p> Signup and view all the answers

Hoeveel woorden kan een kind van 2-3 jaar gewoonlijk verstaan?

<p>Honderden woorden. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een gevoelige periode in de ontwikkeling?

<p>Taal leren tussen 0-6 jaar (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factor speelt een cruciale rol in de ontwikkeling volgens de nurture-theorie?

<p>Opvoeding en omgeving (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt verstaan onder 'bedmonologen' bij kinderen van 2-3 jaar?

<p>Het kind praat tegen zichzelf. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak is correct over de wisselwerking tussen rijping en leren?

<p>Ze beïnvloeden elkaar en zijn vaak verweven. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is babytalk bevorderlijk voor de taalontwikkeling van kinderen?

<p>Het helpt kinderen om taal beter te begrijpen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er vaak met de werkelijkheid en fantasie bij kinderen in de leeftijd van 2-3 jaar?

<p>Fantasie en werkelijkheid worden vaak door elkaar gehaald. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met de natuur-theorie in ontwikkeling?

<p>Ontwikkeling hangt af van erfelijke eigenschappen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een ontwikkelingsprobleem?

<p>Vertraagd leren van taalvaardigheden (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de volgorde van motorische ontwikkeling van hoofd naar voeten?

<p>Hoofd optillen, dan lopen rond 13 maanden (C)</p> Signup and view all the answers

Wat valt onder grove motoriek?

<p>Lopen en fietsen (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het eindpunt van ontwikkeling volgens de nature-theorie?

<p>Jongvolwassenheid (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opties beschrijft een mogelijke invloed van de omgeving op de ontwikkeling?

<p>Sociale interactie met leeftijdsgenoten (C)</p> Signup and view all the answers

Vanaf welke leeftijd kan een baby vaak zelfstandig zitten?

<p>9 maanden (B)</p> Signup and view all the answers

Waarvoor staat de term 'gevoelige periode' in de ontwikkeling?

<p>Een specifieke periode waarin bepaalde vaardigheden optimaal geleerd worden. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke ontwikkeling volgt meestal na het omrollen?

<p>Zitten (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van fijne motoriek bij een baby van 1-2 maanden?

<p>Grijpreflex neemt af (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe ontwikkelt een baby zijn fijne motoriek rond de 6 maanden?

<p>Grijpt met de hele hand en beweegt voorwerpen tussen handen (C)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over motorische ontwikkeling is waar?

<p>Motorische ontwikkeling wordt beïnvloed door erfelijkheid en persoonlijkheid. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk resultaat van succesvolle ontwikkeling van autonomie bij peuters?

<p>Versterking van zelfvertrouwen (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is typerend voor de motorische ontwikkeling bij 11 maanden?

<p>Zij kunnen zich optrekken tot staan (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kan er ontstaan als ouders onverschillig zijn in de ontwikkeling van hun peuter?

<p>Verlies van zelfvertrouwen (D)</p> Signup and view all the answers

Wanneer komt scheidingsangst meestal voor bij peuters?

<p>Rond 8 maanden en weer tussen 17-18 maanden (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe verhouden peuters zich tot sociale contacten?

<p>Ze spelen parallel en begrijpen elkaars gevoelens nog niet (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van ouders in de ontwikkeling van een peuter volgens de theorie van Erikson?

<p>Ouders moeten een balans vinden tussen begeleiding en vrijheid (D)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met non-lineaire ontwikkeling in de sociale en emotionele ontwikkeling van peuters?

<p>Peuters kunnen bepaalde emoties eerder of later ontwikkelen dan andere (D)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een reden zijn voor het ontstaan van schaamte bij peuters?

<p>Onvoldoende begeleiding van ouders (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van egocentrisme bij peuters?

<p>Ze kunnen zich moeilijk verplaatsen in de behoeften van anderen (C)</p> Signup and view all the answers

Welke ontwikkelingsfase beschrijft het leren door waarnemen en handelen bij een baby?

<p>Sensomotorische fase (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke ontwikkeling in de fijne motoriek van een kind tussen 10 en 12 maanden?

<p>Een kind kan kleine voorwerpen oppakken met de duim en wijsvinger. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om oogproblemen vroeg op te sporen bij baby's?

<p>Vroegtijdige opsporing kan leiden tot betere visuele ontwikkeling. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de tastzin in de ontwikkeling van een baby?

<p>Het speelt een rol in contact met de wereld. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de volgorde van de ontwikkeling van de fijne motoriek tot de leeftijd van 3 jaar?

<p>Pincetgreep, kleine objecten oppakken, fijne handbewegingen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk element van de cognitieve ontwikkeling van een baby?

<p>Het combineren van zintuigen en motoriek. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke geur kunnen baby's binnen een week na hun geboorte herkennen?

<p>De geur van hun moeder. (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is zoete smaak de voorkeur van baby's?

<p>Het wijst op de voorkeur voor moedermelk. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt verstaan onder het post-conventioneel niveau in de ontwikkeling?

<p>Ethische beslissingen nemen met eigen verantwoordelijkheid. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een sleutelkenmerk van het sociaal contract niveau volgens de ontwikkelingspsychologie?

<p>Handelen voor het voordeel van de grootste groep. (B)</p> Signup and view all the answers

Een kind kan zich schuldig voelen over fouten zelfs als deze niet ontdekt worden. Wat betekent dit voor hun morele ontwikkeling?

<p>Het kind denkt al na over de gevolgen van zijn acties. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen over persoonlijke waarden en rechten is juist?

<p>Ze zijn soms belangrijker dan de geldende wetten. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke symptomen zijn typisch voor postnatale depressie?

<p>Langdurige vermoeidheid en weinig interesse in de baby. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat kan tijdens de neonatale levensfase worden waargenomen?

<p>De baby kan zintuigen gebruiken voor de geboorte. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over babyblues is waar?

<p>Het wordt veroorzaakt door hormonale veranderingen en verantwoordelijkheidsbesef. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat kan een kind motiveren om te handelen tegen bestaande wetten in het post-conventioneel niveau?

<p>Een gevoel van plicht en universele ethische principes. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Post-conventioneel niveau: Fase 1

Op dit niveau denken mensen na over de gevolgen van regels en wetten voor de maatschappij als geheel. Ze voelen zich schuldig, zelfs als niemand erachter komt dat ze een fout hebben gemaakt.

Post-conventioneel niveau: Fase 2 - Sociaal contract

In deze fase wordt gekeken naar wat het meeste voordeel oplevert voor de meeste mensen, waarbij je je eigen belangen opzijzet. Het draait om persoonlijke waarden en rechten die belangrijk zijn voor de maatschappij.

Post-conventioneel niveau: Fase 3 - Eigen geweten en principes

Beslissingen worden gebaseerd op plichtgevoel, ongeacht maatschappelijke waarden. Als iets tegen iemands eigen waarden ingaat, wordt het vermeden, tenzij het ethisch verantwoord is. Bijvoorbeeld, medicatie stelen is verboden, maar kan gerechtvaardigd zijn als het een persoon helpt.

Neonatale levensfase

De fase waarin een baby zich in de eerste 8 levensweken bevindt.

Signup and view all the flashcards

Laatste zwangerschapsfase

De periode waarin een baby de eerste zintuigen begint te gebruiken, bewegen kan in de baarmoeder en de baarmoeder krap wordt.

Signup and view all the flashcards

Babyblues

Hormonale veranderingen, slapeloosheid en het verantwoordelijkheidsbesef kunnen na de bevalling huilbuien veroorzaken. Deze verdwijnen meestal na enkele dagen.

Signup and view all the flashcards

Postnatale depressie

Een ernstiger soort postnatale depressie met symptomen als langdurige vermoeidheid, slapeloosheid, lusteloosheid en weinig interesse in de baby.

Signup and view all the flashcards

Moeder welzijn na geboorte

Het is belangrijk om niet alleen aandacht te besteden aan de baby, maar ook te vragen hoe de moeder zich voelt na de bevalling.

Signup and view all the flashcards

Individueel ontwikkelingsritme

De ontwikkeling van elke persoon verloopt in een eigen tempo, maar volgt wel een specifieke volgorde. Dit betekent dat iedereen zijn eigen pad bewandelt, maar dat de stappen die men zet, in een vastgesteld patroon plaatsvinden.

Signup and view all the flashcards

Gevoelige periode

Tijdens bepaalde periodes in het leven is het makkelijker om bepaalde vaardigheden te leren. Als je deze kansen mist, is het later moeilijker om die vaardigheden te ontwikkelen.

Signup and view all the flashcards

Ontwikkelingsproblemen

Soms verloopt de ontwikkeling niet zoals verwacht. Dit kunnen moeilijkheden zijn op specifieke leeftijden of bij het ontwikkelen van vaardigheden.

Signup and view all the flashcards

Veranderingen door rijping

Sommige ontwikkelingen, zoals groeien of spierontwikkeling, gebeuren vanzelf en zonder inspanning.

Signup and view all the flashcards

Veranderingen door leren

Andere vaardigheden, zoals lezen, fietsen of spreken, moeten bewust worden geleerd door te oefenen en te proberen.

Signup and view all the flashcards

Nature-theorie

De natuur-theorie van Rousseau stelt dat aanleg en erfelijkheid de belangrijkste factoren zijn in ontwikkeling, terwijl opvoeding een beperkte rol speelt. Ontwikkeling wordt gezien als een natuurlijk proces.

Signup and view all the flashcards

Nurture-theorie

Milieu-theorieën stellen dat de omgeving een cruciale rol speelt in de ontwikkeling. Focus ligt op sociaal leren

Signup and view all the flashcards

Nature vs. Nurture

De discussie over de invloed van aanleg (nature) en omgeving (nurture) is een voortdurende wetenschappelijke en sociale kwestie. Beide factoren spelen een rol in de ontwikkeling.

Signup and view all the flashcards

Motorische ontwikkeling van hoofd naar voeten

De ontwikkeling van een baby's motoriek, waarbij de controle over de spieren van het hoofd en de schouders eerst wordt ontwikkeld, gevolgd door de controle over de lagere spieren, zoals de benen.

Signup and view all the flashcards

Motorische ontwikkeling van romp naar ledematen

De ontwikkeling van een baby's motoriek, waarbij de controle over de spieren dicht bij de romp eerst wordt ontwikkeld, gevolgd door de controle over de ledematen.

Signup and view all the flashcards

Grove motoriek

Grote bewegingen die gemaakt worden met grote spiergroepen, zoals lopen, fietsen en zwaaien.

Signup and view all the flashcards

Fijne motoriek

Kleine, precieze bewegingen die gemaakt worden met handen en vingers, zoals een lepel vasthouden of speelgoed oppakken.

Signup and view all the flashcards

Grove motoriek van liggen naar lopen

De ontwikkeling van de grove motoriek, waarbij de baby leert van liggen naar lopen.

Signup and view all the flashcards

Fijne motoriek van knijpen naar manipuleren

De ontwikkeling van de fijne motoriek, waarbij de baby leert van knijpen naar manipuleren.

Signup and view all the flashcards

Grijpreflex

De reflex waarbij een baby een voorwerp vastpakt wanneer het in zijn hand wordt gelegd.

Signup and view all the flashcards

Loslaten

De ontwikkeling van de fijne motoriek, waarbij de baby leert voorwerpen bewust los te laten.

Signup and view all the flashcards

Pincetgreep

De vaardigheid om kleine voorwerpen op te pakken met de duim en wijsvinger.

Signup and view all the flashcards

Samenwerken van handjes

De baby leert objecten tegen elkaar te slaan, zoals blokjes.

Signup and view all the flashcards

Fijne motoriek (vanaf 2,5-3 jaar)

De ontwikkeling van precieze handbewegingen die nodig zijn voor fijne motorische vaardigheden.

Signup and view all the flashcards

Zintuigelijke ontwikkeling

De ontwikkeling van de zintuigen, waardoor de baby leert prikkels te richten en te selecteren.

Signup and view all the flashcards

Zien bij baby's

Baby's zien scherp tot 20 cm afstand en ontwikkelen snel kleurwaarneming. Ze hebben voorkeur voor gezichten en volgen bewegende objecten.

Signup and view all the flashcards

Horen bij baby's

Baby's herkennen menselijke stemmen en reageren sneller op de stem van een zorgpersoon. Het lokaliseren van geluiden verbetert met de leeftijd.

Signup and view all the flashcards

Ruiken bij baby's

Baby's herkennen de geur van hun moeder. Reuk speelt een rol bij voeding en voorkeuren.

Signup and view all the flashcards

Proeven bij baby's

Baby's onderscheiden smaken en geven de voorkeur aan zoet. Smaakzin begint al tijdens de zwangerschap.

Signup and view all the flashcards

Bedmonologen

Het kind praat tegen zichzelf, verwerkt gebeurtenissen en oefent met taal. Soms wordt fantasie en werkelijkheid door elkaar gehaald.

Signup and view all the flashcards

Snelle toename in woordenschat (1,5 - 3 jaar)

Van tientallen naar honderden woorden. Het kind begrijpt veel meer (passieve woordenschat) dan het actief gebruikt.

Signup and view all the flashcards

Differentiatiefase (2,5 - 3,5 jaar)

Sommige kinderen maken complexe zinnen, anderen blijven langer in de fase van taalverwerving.

Signup and view all the flashcards

Babytalk

De vereenvoudigde taal die volwassenen (en kinderen) gebruiken als ze tegen baby's of jonge kinderen praten.

Signup and view all the flashcards

Vereenvoudigde taal (Babytalk)

Korte zinnen, veel herhalingen, verkleinwoorden (bv. boke, hondje), en klanknabootsingen (bv. tuut tuut).

Signup and view all the flashcards

Hogere stem en intonatie (Babytalk)

Hogere stem en trage, overdreven intonatie: Dit maakt het makkelijker voor het kind om te begrijpen.

Signup and view all the flashcards

Geen persoonlijke voornaamwoorden (Babytalk)

Vaak wordt de naam van het kind genoemd (bv. mama zal Annekes boke smeren).

Signup and view all the flashcards

Bevorderend voor taalontwikkeling (Babytalk)

Babytalk helpt kinderen om taal beter te begrijpen en stimuleert hun taalverwerving.

Signup and view all the flashcards

Autonomie versus Schaamte

De peuter bevindt zich in een fase waarin hij zijn onafhankelijkheid wil ontdekken en uittesten. Hij leert zijn eigen grenzen kennen door te experimenteren en fouten te maken.

Signup and view all the flashcards

Zelfvertrouwen

Als de peuter succesvol zijn onafhankelijkheid ervaart, bouwt hij vertrouwen in zichzelf op. Hij ontdekt wat hij kan en wat niet, en leert omgaan met succes en falen.

Signup and view all the flashcards

Schaamte

Wanneer een peuter te vaak faalt in het verkennen van zijn grenzen, kan hij zich onzeker en beschaamd voelen. Dit kan gebeuren als de grenzen niet duidelijk zijn of als de ouders te streng of te losjes handelen.

Signup and view all the flashcards

Rol van Ouders

Ouders die hun peuter te veel beschermen of te weinig aandacht geven, kunnen de ontwikkeling van zelfstandigheid belemmeren. Het kind heeft ruimte nodig om te experimenteren en zijn eigen grenzen te ontdekken.

Signup and view all the flashcards

Scheidingsangst

De peuter wordt zich bewust van zijn eigen individualiteit en dat hij los staat van zijn ouders. Dit kan tot een periode van scheidingsangst leiden.

Signup and view all the flashcards

Exploratie en Sociale Contacten

Peuters zijn nieuwsgierig en willen hun omgeving verkennen. Ze beginnen ook contact te maken met andere kinderen en volwassenen.

Signup and view all the flashcards

Egocentrisme

Peuters zijn egocentrisch. Dit betekent dat ze nog niet vanuit het perspectief van anderen kunnen denken. Ze begrijpen bijvoorbeeld niet waarom een ander kind boos is wanneer ze hun speelgoed afpakken.

Signup and view all the flashcards

Parallelspeel

Peuters spelen vaak naast elkaar, zonder echt samen te spelen. Ze hebben nog geen begrip voor de gevoelens van anderen en kunnen impulsief handelen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Ontwikkelingspsychologie

  • Ontwikkelingspsychologie is een deelgebied binnen de psychologie dat de normale levensloop van de mens bestudeert, van conceptie tot dood.
  • Ontwikkeling impliceert verandering, evolutie en groei in positieve zin. Achteruitgang is ook een vorm van ontwikkeling als het in een ongunstige zin verloopt.
  • Menselijke ontwikkeling verloopt niet altijd even gunstig op alle vlakken.

Leeftijdsfasen

  • Foetus (prenatale fase): 0-1 maand van zwangerschap.
  • Baby/Zuigeling: 0–1 jaar.
  • Peuter: 1–3 jaar.
  • Kleuter: 3–6 jaar.
  • Lagereschoolkind: 6–12 jaar.
  • Jongere: 12–18 jaar.
  • Jongvolwassene: 18–35 jaar.
  • Middenvolwassene: 35–50 jaar.
  • Late volwassene: 50–65 jaar.
  • Oudere: 65 jaar en ouder.

Ontwikkelingsdomeinen

  • Lichamelijke ontwikkeling: Fysieke groei, sensorische ontwikkeling, motorische ontwikkeling en geslachtskenmerken.
  • Cognitieve ontwikkeling: Het denken, taalontwikkeling, fantasiedenken, evolutie van denken en geheugen.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling: Hechting, het geweten, seksuele ontwikkeling en spelontwikkeling.

Ontwikkelingsfactoren

  • Rijping: Natuurlijk proces van groei en ontwikkeling, zonder inspanning van de persoon.
  • Leren: Bewust proces van oefenen.
  • Nature (aanleg): Genetische aanleg, erfelijkheid.
  • Nurture (omgeving): Omgeving, invloed van anderen, cultuur.

Ontwikkeling van het denken (Piaget)

  • Sensomotorische fase (0-2 jaar): Het kind reageert op prikkels via zintuigen en motoriek.
  • Pre-operationele fase (2-7 jaar): Het kind maakt gebruik van symbolen en denkbeelden, maar het denken is nog niet logisch.
  • Concreet-operationele fase (7-12 jaar): Het kind kan logisch denken en redeneren op concrete voorbeelden.
  • Formeel-operationele fase (vanaf 12 jaar): Abstract denken en hypothetisch redeneren.

Morele Ontwikkeling (Kohlberg)

  • Pre-conventioneel niveau: Kinderen oordelen op basis van vermijden van straf en beloningen.
  • Conventioneel niveau: Kinderen oordelen op basis van goedkeuring van anderen en het naleven van regels.
  • Post-conventioneel niveau: Kinderen oordelen op basis van interne waarden en ethiek.

Sociale en Emotionele Ontwikkeling (Erikson)

  • Autonomie versus schaamte en twijfel (peuters): Ontwikkeling van zelfredzaamheid en een gevoel van eigenwaarde.
  • Initiatief versus schuld (kleuters): Ontwikkelen van zelfvertrouwen en het exploreren van nieuwe dingen.
  • Vlijt versus minderwaardigheid (lagereschoolkinderen): Ontwikkeling van vaardigheden en het gevoel waardevol te zijn.
  • Identiteit versus rolverwarring (jongeren): Ontwikkeling van een sterk zelfbeeld en persoonlijke identiteit.
  • Intimiteit versus isolatie (jongvolwassenen): Focus op betekenisvolle relaties en het vormen van een hechte band.
  • Generativiteit versus stagnatie (middenvolwassenen): Focus op het creëren van iets blijvends en betekenisvol.
  • Ego-integriteit versus wanhoop (late volwassenen): Een evaluatie van het geleefde leven en vrede met het verleden.

Ontwikkeling van de Oudere

  • Lichamelijke veranderingen: Verouderingsprocessen, zoals verlies van spierkracht, afname van mobiliteit, veranderingen in organen en zintuigen.
  • Cognitieve veranderingen: Geheugen kan verminderen, maar vloeiende intelligentie neemt af, terwijl de gekristalliseerde intelligentie vrij stabiel is.
  • Sociale veranderingen: Verlies van relaties met anderen en grotere afhankelijkheid van anderen.
  • Emotionele veranderingen: Acceptatie van het levenseinde en confrontatie met verlies zijn vaak terugkerende thema’s.

Zindelijkheid

  • Zindelijkheid is een ontwikkeling die geleidelijk aan verloopt en niet bij alle kinderen tegelijk op gang komt.
  • De start van zindelijkheidstraining hangt af van verschillende factoren, zoals fysieke rijping, sociale invloed, en het temperament van het kind.
  • Een veilige en stimulerende omgeving ondersteunt de ontwikkeling van zindelijkheid.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Language Development in Early Childhood
40 questions
Stages of Language Development
5 questions
Literature in Early Education
10 questions

Literature in Early Education

HarmlessObsidian7292 avatar
HarmlessObsidian7292
Use Quizgecko on...
Browser
Browser