Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende opties is een voorbeeld van een collectief goed dat door de overheid wordt geleverd?
Welke van de volgende opties is een voorbeeld van een collectief goed dat door de overheid wordt geleverd?
- Exclusieve merkkleding
- Luxe auto's
- Particuliere gezondheidszorg
- Openbaar onderwijs (correct)
Privatisering leidt altijd tot verbetering van de kwaliteit en verlaging van de kosten van een openbare dienst.
Privatisering leidt altijd tot verbetering van de kwaliteit en verlaging van de kosten van een openbare dienst.
False (B)
Wat is het belangrijkste verschil tussen een planeconomie en een vrijemarkteconomie?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een planeconomie en een vrijemarkteconomie?
In een planeconomie bepaalt de overheid de productie, terwijl in een vrijemarkteconomie vraag en aanbod de prijzen bepalen.
In Nederland staat het bedrag dat de overheid heeft vastgesteld als het minimale inkomen om van te kunnen leven bekend als het ______ minimum.
In Nederland staat het bedrag dat de overheid heeft vastgesteld als het minimale inkomen om van te kunnen leven bekend als het ______ minimum.
Match de volgende afkortingen van sociale verzekeringen met hun juiste omschrijving:
Match de volgende afkortingen van sociale verzekeringen met hun juiste omschrijving:
Welke van de volgende maatregelen kan de overheid nemen om een begrotingstekort te verminderen?
Welke van de volgende maatregelen kan de overheid nemen om een begrotingstekort te verminderen?
Accijns is een voorbeeld van een directe belasting.
Accijns is een voorbeeld van een directe belasting.
Noem twee voorbeelden van gemeentelijke inkomsten.
Noem twee voorbeelden van gemeentelijke inkomsten.
De overheid geeft ______ om het kopen van zonneboilers te stimuleren.
De overheid geeft ______ om het kopen van zonneboilers te stimuleren.
Wat is het solidariteitsbeginsel?
Wat is het solidariteitsbeginsel?
Een begrotingsoverschot betekent dat de overheid meer uitgaven dan inkomsten heeft.
Een begrotingsoverschot betekent dat de overheid meer uitgaven dan inkomsten heeft.
Wat is de functie van het CPB (Centraal Planbureau)?
Wat is de functie van het CPB (Centraal Planbureau)?
Wanneer de economie twee kwartalen achter elkaar krimpt, is er sprake van een ______.
Wanneer de economie twee kwartalen achter elkaar krimpt, is er sprake van een ______.
Wat is het doel van nationalisatie?
Wat is het doel van nationalisatie?
De rijksbegroting wordt één keer per kwartaal gepresenteerd.
De rijksbegroting wordt één keer per kwartaal gepresenteerd.
Wat zijn sociale voorzieningen?
Wat zijn sociale voorzieningen?
Het verzamelen van gegevens over de economie en bevolking wordt gedaan door het ______.
Het verzamelen van gegevens over de economie en bevolking wordt gedaan door het ______.
Welke van de volgende opties is een voorbeeld van een stimulering door de overheid?
Welke van de volgende opties is een voorbeeld van een stimulering door de overheid?
In een sociale markteconomie bepalen alleen bedrijven wat ze verkopen en wat de prijs is.
In een sociale markteconomie bepalen alleen bedrijven wat ze verkopen en wat de prijs is.
Wat is economische groei?
Wat is economische groei?
Flashcards
Collectieve goederen
Collectieve goederen
Goederen geleverd door de overheid, belangrijk voor iedereen. Voorbeelden zijn politie, leger, rechtspraak en onderwijs.
Collectieve sector
Collectieve sector
De overheid biedt diensten zonder winstoogmerk met een vast budget.
Particuliere sector
Particuliere sector
Bedrijven proberen winst te maken door goederen of diensten te verkopen.
Privatisering
Privatisering
Signup and view all the flashcards
Nationalisatie
Nationalisatie
Signup and view all the flashcards
Planeconomie
Planeconomie
Signup and view all the flashcards
Vrijemarkteconomie
Vrijemarkteconomie
Signup and view all the flashcards
Sociale markteconomie
Sociale markteconomie
Signup and view all the flashcards
CBS
CBS
Signup and view all the flashcards
CPB
CPB
Signup and view all the flashcards
SER
SER
Signup and view all the flashcards
Economische groei
Economische groei
Signup and view all the flashcards
Recessie
Recessie
Signup and view all the flashcards
Solidariteitsbeginsel
Solidariteitsbeginsel
Signup and view all the flashcards
Sociale verzekeringen
Sociale verzekeringen
Signup and view all the flashcards
Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen
Signup and view all the flashcards
Sociaal minimum
Sociaal minimum
Signup and view all the flashcards
Verzorgingsstaat
Verzorgingsstaat
Signup and view all the flashcards
Rijksbegroting
Rijksbegroting
Signup and view all the flashcards
Begrotingsoverschot
Begrotingsoverschot
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Overheid, burgers en bedrijven
- De overheid levert collectieve goederen die voor iedereen belangrijk zijn, zoals politie, leger, rechtspraak en onderwijs.
- De collectieve sector verzorgt deze goederen.
- De overheid zorgt ervoor dat de voorzieningen betaalbaar en van goede kwaliteit blijven.
- Voorzieningen zoals straatverlichting worden door de overheid betaald voor iedereen.
Collectieve sector vs. particuliere sector
- De collectieve sector biedt diensten zonder winst te maken, met een vastgesteld budget.
- De particuliere sector streeft naar winst door producten of diensten te verkopen en te concurreren op prijs en kwaliteit.
- De overheid besteedt diensten zoals openbaar vervoer uit aan particuliere bedrijven via een aanbesteding.
Privatisering en Nationalisatie
- Bij privatisering verkoopt de overheid een openbare dienst aan bedrijven, zoals treinvervoer.
- Het doel is vaak kwaliteitsverbetering en kostenverlaging, maar soms verslechtert de kwaliteit en stijgen de kosten.
- Bij nationalisatie neemt de overheid een privébedrijf over, zoals ABN AMRO tijdens de kredietcrisis.
Gedrag beïnvloeden
- De overheid probeert het gedrag van burgers te beïnvloeden.
- Dit kan door subsidies te geven voor bijvoorbeeld zonneboilers of belastingvoordelen voor elektrisch rijden (stimuleren).
- De overheid heft accijns op producten zoals sigaretten en alcohol om consumptie te ontmoedigen.
De overheid en de economie
- Er zijn verschillende economische systemen: planeconomie, vrijemarkteconomie en sociale markteconomie.
- In een planeconomie bepaalt de overheid wat, hoeveel, door wie en tegen welke prijs er geproduceerd wordt (zoals in China en Cuba).
- In een vrijemarkteconomie bepalen vraag en aanbod de prijzen, met weinig overheidsbemoeienis (zoals in de Verenigde Staten).
- Nederland heeft een sociale markteconomie, waarbij bedrijven zelf bepalen wat ze verkopen en de overheid ingrijpt waar nodig. De overheid stelt regels voor een veilige werkomgeving, minimumloon en sociale uitkeringen.
Advies en informatie voor de overheid
- De overheid wint advies in via verschillende instellingen.
- Het CBS verzamelt economische en bevolkingsgegevens.
- Het CPB analyseert de gevolgen van economische maatregelen.
- De SER adviseert over werkgelegenheid, lonen, uitkeringen en pensioenen.
Economische groei en de gevolgen
- Economische groei betekent toename van de productie in een land, gemeten in bbp.
- Meer investeringen en werknemers leiden tot een hoger nationaal inkomen, wat resulteert in meer belastinginkomsten en minder uitgaven aan uitkeringen.
- Een recessie is als de economie twee kwartalen krimpt, wat tot een economische crisis kan leiden. De overheid kan de economie stimuleren door te investeren in infrastructuur, de inkomstenbelasting te verlagen, subsidies te verstrekken voor innovatie en te investeren in het onderwijs.
Zijn wij sociaal?
- Het solidariteitsbeginsel houdt in dat mensen met een inkomen bijdragen aan mensen die geen of een laag inkomen hebben.
- Dit gebeurt via sociale verzekeringen en inkomstensteun zoals zorg- en huurtoeslag.
- Sociale verzekeringen bieden een uitkering bij werkloosheid of ouderdom.
- Er zijn twee soorten sociale verzekeringen: volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
- Volksverzekeringen zijn voor iedereen in Nederland, ongeacht werk (AOW, Anw, Wlz).
- Werknemersverzekeringen zijn alleen voor mensen in loondienst die hebben gewerkt (WW, WIA).
Sociale voorzieningen
- Als iemand geen recht heeft op een uitkering uit de sociale verzekeringen, kan men in aanmerking komen voor sociale voorzieningen betaald uit belastinggeld.
- Voorbeelden hiervan zijn de bijstandsuitkering, zorgtoeslag en huurtoeslag.
- De sociale zekerheid zorgt voor een bestaansminimum voor iedereen in Nederland.
- Nederland is een verzorgingsstaat dankzij sociale zekerheid, gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs.
- De overheid zorgt voor deze voorzieningen om een minimumlevensstandaard te waarborgen.
Geld genoeg?
- Elk jaar presenteert de regering de rijksbegroting, waarin de verwachte inkomsten en uitgaven van het rijk staan.
- De miljoenennota legt de gemaakte keuzes uit.
- Een begrotingsoverschot ontstaat als de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven.
- Een begrotingstekort ontstaat als de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten.
- Om een tekort te voorkomen kan de overheid bezuinigen of de inkomsten verhogen.
- Bij een tekort moet de overheid geld lenen bij burgers, banken, verzekeraars en pensioenfondsen, wat resulteert in staatsschuld.
Omrekenen van Miljarden en Miljoenen
- 1 miljard = 1.000 miljoen
- 1 miljoen = 0,001 miljard
- Voorbeeld: 2,6 miljard = 2.600 miljoen & 1.400 miljoen = 1,4 miljard
Inkomsten van de overheid
- De inkomsten van de overheid bestaan uit drie hoofdgroepen: sociale premies, niet-belastingontvangsten en belastingen.
- Sociale premies worden gebruikt om uitkeringen zoals AOW en WW te betalen.
- Belastingen zijn de grootste inkomstenbron.
- Er zijn directe belastingen (loon- en inkomstenbelasting) en indirecte belastingen (btw en accijns).
Gemeentelijke inkomsten
- Gemeenten ontvangen geld uit het Gemeentefonds en heffen belastingen zoals ozb, rioolheffing, parkeerbelasting en toeristenbelasting.
Afkortingen
- AOW (Algemene Ouderdomswet): basispensioen voor iedereen vanaf 67 jaar.
- WW (Werkloosheidswet): uitkering voor mensen die onvrijwillig werkloos worden.
- WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen): uitkering bij arbeidsongeschiktheid als men na 2 jaar ziekte niet (volledig) kan werken.
- ZW (Ziektewet): Uitkering bij ziekte als er geen loondoorbetaling is.
- Bijstand (Participatiewet): Minimale uitkering voor levensonderhoud voor mensen zonder inkomen en spaargeld.
- Anw (Algemene Nabestaandenwet): uitkering voor partners van overleden personen zonder eigen inkomen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.